A.
Accress
Groei/daling van het gemeentefonds (zie ook trap-op-trap-afmethodiek).
Activa (vaste)
Bezittingen die langer dan één jaar meegaan en die in meerdere jaren worden afgeschreven (bijvoorbeeld gebouwen). Activa staan op de balans.
Afvalstoffenheffing
Betreft een heffing voor het inzamelen en verwerken van huishoudelijke afvalstoffen. De heffing wordt via een aanslag opgelegd aan iedereen die op 1 januari van het belastingjaar gebruiker is van een woning (waarvoor een verplichting tot inzamelen geldt). De grondslag voor de heffing is het aantal inwoners (betreft twee categorieën: eenpersoons- of meerpersoonshuishouden). De heffing is een tijdvak-belasting en komt in aanmerking voor de ontheffingsregeling. Bij verhuizing naar een woning binnen of buiten Arnhem wordt ontheffing verleend voor de resterende volle maanden, dat de inwoner verhuisd is. Zodra er nieuwe bewoners ingeschreven worden, ontvangen deze bewoners een aanslag afvalstoffenheffing voor de resterende maanden.
Algemene dekkingsmiddelen
Algemene dekkingsmiddelen zijn inkomsten zonder vooraf bepaald bestedingsdoel. De gemeente kan deze vrij besteden. Het gaat om de uitkeringen vanuit het Gemeentefonds, om bepaalde gemeentelijke belastingen (zoals OZB-belasting) en deelnemingen/dividend.
Algemene uitkering
Uitkering uit het gemeentefonds van het Rijk dat de gemeente geheel vrij mag besteden.
Algemene reserve
Het vrij besteedbare eigen vermogen van de gemeente. Dit vormt een buffer voor financiële tegenvallers.
Auditing
Het controleren van een organisatie.
B.
Balans
De balans toont een overzicht van de bezittingen, schulden en eigen vermogen van de gemeente op een bepaald moment.
Baten
Baten zijn zonder teken (positief) weergegeven in de begroting. Hiermee laten we zien hoeveel middelen we verwachten te ontvangen in het betreffende jaar.
Baten en lasten (stelsel van)
Gemeenten werken met een stelsel van baten en lasten. Dit betekent dat inkomsten en uitgaven moeten worden toegerekend aan het begrotingsjaar waarop zij betrekking hebben (dat wil zeggen het jaar waarin de prestatie geleverd is).
Bedrijfsvoering
De beheersing van, het toezicht op en de verantwoording over de bedrijfsprocessen binnen de gemeentelijke organisatie op basis van een bedrijfsvoeringsfilosofie.
Begroting
Een begroting geeft aan welke beleidsvoornemens de gemeente heeft, hoeveel middelen daarmee gemoeid zijn en uit welke bronnen die middelen afkomstig zijn.
Begrotingsresultaat
Financieel verschil tussen het bedrag dat volgens de begroting is toegestaan en het te verwachten bestede bedrag.
Begrotingstekort
Een begrotingstekort treedt op wanneer de lasten hoger zijn dan de baten.
Beheersmaatregel
Een activiteit die zich richt op het elimineren, vermijden of verkleinen van de oorzaak of het gevolg van een ongewenste gebeurtenis.
Belastingcapaciteit
De OZB is voor gemeenten de belangrijkste eigen belastinginkomsten. De belastingcapaciteit geeft inzicht in de mate waarin bij het voordoen van een financiële tegenvaller in het volgende begrotingsjaar kan worden opgevangen of ruimte is voor nieuw beleid. Om deze ruimte weer te kunnen geven is een ijkpunt nodig. In dit geval de landelijk gemiddelde tarieven. Voor gemeenten wordt de belastingcapaciteit gerelateerd aan de hoogte van de gemiddelde woonlasten (OZB, rioolheffing en reinigingsheffing). Naast de OZB wordt tevens gekeken naar de riool- en afvalstoffenheffing omdat de heffing niet kostendekkend hoeft te zijn, maar ook lager mag worden vastgesteld (er is dan sprake van belastingcapaciteit die niet benut wordt).
Benodigde weerstandscapaciteit
Het bedrag dat benodigd is om alle risico's in de begroting waarvoor geen maatregelen zijn getroffen, in financiële zin af te dekken.
Beschikbare weerstandscapaciteit
De middelen die beschikbaar zijn om eventuele tegenvallers (risico's) op te kunnen vangen.
Bestaand beleid
Beleid waarover al besluitvorming heeft plaatsgevonden.
Bestemmingsreserve
Naast de Algemene reserve zijn er buffers gevormd die niet worden meegerekend tot de weerstandscapaciteit. Het gaat hier om de bestemmingsreserves. Bestemmingsreserves zijn voor specifieke doeleinden gevormd op basis van een raadsbesluit. Bestemmingsreserves zijn gebonden aan de bestemmingen die door de raad zijn vastgesteld. Wanneer de nood echt hoog is kan er door de raad aan de betreffende bestemmingsreserve een andere bestemming worden gegeven. Aan een deel van de bestemmingsreserves hangen verplichtingen tot bestedingen waarbij er beperkte sprake is sprake is van beleidsvrijheid.
Besluit begroting en verantwoording (BBV)
Het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) beschrijft de regels waaraan onder andere begroting van een gemeente aan moet voldoen.
Bestuurlijk belang
Een gemeente kan een bestuurlijk belang hebben in een verbonden partij doordat zij in het bestuur is vertegenwoordigd. De gemeente kan het ook hebben doordat zij stemrecht heeft in de verbonden partij.
BTW-compensatiefonds
Rijksfonds waaruit gemeenten een bepaald deel van de door hen betaalde BTW kunnen terugvorderen.
C.
Circulaire
Een circulaire informeert de gemeenten over de omvang en de verdeling van de algemene uitkering, de integratie-uitkeringen - inclusief die voor het sociaal domein - en de decentralisatie-uitkeringen uit het gemeentefonds.
Compabiliteitsvoorschriften
Dit zijn de wettelijke voorschriften voor de inrichting van de gemeentelijke begroting en rekening. Sinds 2004 zijn de nieuwe voorschriften volgens het Besluit Begroting en Verantwoording van kracht.
D.
Deelneming
Participatie in een besloten of naamloze vennootschap, waarin de gemeente aandelen heeft.
Dividend
Een vergoeding die wordt uitbetaald aan aandeelhouders.
Doeluitkering
Uitkering door het Rijk aan een lagere overheid voor een nauw omschreven wettelijk vastgesteld doel of taak. De gelden zijn niet vrij besteedbaar.
E.
EMU-saldo
Het geraamde of het gerealiseerde saldo van de ontvangsten en uitgaven van een gemeente. Dit bedrag wordt berekend op transactiebasis en volgens Europese voorschriften.
F.
Financieel belang
Van financieel belang is sprake als de gemeente de middelen die ze ter beschikking stelt verloren gaan in geval van faillissement van de verbonden partij (een derde rechtspersoon) en/ of als financiële problemen bij de verbonden partij verhaald kunnen worden op de gemeente.
Financiële kengetallen
Getallen waarmee inzicht verkregen kan worden in de financiële positie van de gemeente.
Financieringsmiddelen
Kort- of langlopende geldmiddelen die nodig zijn om de kosten van uitgaven te betalen.
G.
Gemeenschappelijke regeling
Is het publiekrechtelijk juridisch kader waarbinnen twee of meer gemeentebesturen kunnen samenwerken.
Gemeentefonds
Uitkering van het Rijk die de gemeenten in principe vrij mogen besteden.
Grondexploitatie
De afgelopen jaren is gebleken dat grondexploitatie een forse impact kan hebben op de financiële positie van een gemeente. Indien gemeenten leningen hebben afgesloten om grond te kopen voor een (toekomstige) woningbouwproject hebben zij een schuld. Bij de beoordeling van een dergelijke schuld is het van belang om te weten of deze schuld kan worden afgelost wanneer het project wordt uitgevoerd. Van de opbrengst van de verkochte gronden kan immers de schuld worden afgelost. Het kengetal grondexploitatie geeft aan hoe groot de grondpositie (de waarde van de grond) is ten opzichte van de totale (geraamde) baten.
K.
Kans
De mogelijkheid dat een gebeurtenis zich voordoet uitgedrukt in een waarde tussen 0 en 1.
Kapitaalgoederen
Spullen die de gemeente nodig heeft om de diensten en goederen die zij levert aan inwoners te kunnen produceren. Daarbij gaat het om grotere zaken zoals wegen, riolering, water, groen en gebouwen.
Kapitaallasten
Afschrijvingen en toegerekende rente op activa. De afschrijvingen betreffen de jaarlijkse waardevermindering van de investering. Door middel van de afschrijving worden lasten van de investering uitgespreid over de jaren dat er van de investering gebruik wordt gemaakt. De rente betreft het eigen of geleende geld dat besteed wordt om de investering te financieren.
L.
Lasten
De lasten zijn weergegeven met een minteken (negatief) in de begroting. Hiermee laten we zien hoeveel middelen we verwachten uit te geven in het betreffende jaar.
Leges
Leges zijn vergoedingen voor het genot van diensten of producten, die de gemeente levert. Dat zijn bijvoorbeeld paspoorten, uittreksels uit registers, vergunningen e.d. Daarbij geldt dat de totale opbrengst van de leges niet hoger mogen zijn dan de kosten die de gemeente voor het geheel van de legesplichtige diensten of producten maakt. De leges worden in rekening gebracht bij de aanvrager van de dienst of het product. Voor sommige leges geldt een wettelijk maximum tarief (bijvoorbeeld voor paspoorten).
Lokale heffingen
Een type gemeentelijke belasting. Voorbeelden van heffingen zijn de rioolheffing of de afvalstoffenheffing. Het geld dat gemeenten met heffingen ophalen, moeten gebruikt worden om de kosten te dekken van datgene waarvoor ze in rekening worden gebracht.
M.
Meerjareninvesteringsplanning (MIP)
In de meerjareninvesteringsplanning wordt de planning van de investeringen voor de komende jaren inzichtelijk gemaakt.
Meerjarenraming
Een prognose van de voor meerdere jaren, na het begrotingsjaar, te verwachten baten en lasten alsmede mutaties in reserves.
N.
Netto schuldquote en netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen
Hoe hoger de schuld, hoe hoger de netto schuldquote. De netto schuldquote weerspiegelt het niveau van de schuldenlast van de gemeente ten opzichte van de eigen middelen en geeft een indicatie van de druk van de rentelasten en de aflossingen op de exploitatie. Een hoge netto schuldquote hoeft op zichzelf geen probleem te zijn. Of dat het geval is valt niet direct af te leiden uit de netto schuldquote zelf, maar hangt af van meerdere factoren. Zo kan een hoge schuld worden veroorzaakt doordat er leningen zijn afgesloten en die gelden vervolgens worden doorgeleend aan bijvoorbeeld woningbouwcorporaties die op hun beurt weer jaarlijks aflossen. In dat geval hoeft een hoge schuld geen probleem te zijn. Om inzicht te verkrijgen in hoeverre er sprake is van doorlenen wordt de netto schuldquote zowel in- als exclusief doorgeleende gelden weergegeven (netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen).
O.
Onroerende zaakbelasting
Betreft een belasting voor het in eigendom hebben van onroerende zaken in de gemeente Arnhem.
De grondslag van de belasting is de WOZ-waarde van de woning of niet-woning. Het geldende tarief voor eigenaars van woningen of eigenaars en gebruikers van niet-woningen is gebaseerd op een percentage van de WOZ-waarde. De belasting wordt via een aanslag opgelegd aan iedereen die op 1 januari van het belastingjaar eigenaar of gebruiker is van een onroerende zaak.
Overhead
De kosten van de werkzaamheden of faciliteiten die slechts een indirecte relatie vertonen met de prestaties (bijvoorbeeld leidinggeven, afdelingsadministratie of huisvesting).
Overzicht lasten en baten
Lasten: De lasten zijn weergegeven met een minteken (negatief) in de begroting. Hiermee laten we zien hoeveel middelen we verwachten uit te geven in het betreffende jaar.
Baten: Baten zijn zonder teken (positief) weergegeven in de begroting. Hiermee laten we zien hoeveel middelen we verwachten te ontvangen in het betreffende jaar.
Toevoeging aan reserve: toevoegingen aan een reserve zijn weergegeven met een minteken (negatief). Hiermee laten we zien met hoeveel middelen we in het betreffende jaar aan deze reserve laten stijgen.
Onttrekkingen aan reserve: onttrekkingen aan een reserve zijn zonder teken (positief) weergegeven. Hiermee laten we zien met hoeveel middelen we in het betreffende jaar aan deze reserve laten dalen.
Saldo toevoegingen en onttrekkingen: Bij negatief saldo verwachten we een verhoging van de reserve binnen dit programma. Bij een positief saldo verwachten we een verlaging van de reserve binnen het programma.
P.
Paragrafen
Geven volgens het BBV een dwarsdoorsnede van de begroting op financiële aspecten. Het gaat dan om de beleidslijnen van beheersmatige aspecten die belangrijk zijn, financieel, politiek of anderszins. De paragrafen zijn onderdeel van zowel de beleidsbegroting als het jaarverslag.
Parkeerbelasting
Betreft een belasting voor het parkeren van een voertuig op een plaats waar volgens de belastingverordening parkeerbelasting verschuldigd is. De grondslag is de duur van het parkeren. De parkeertijd maal het tarief bepaalt de hoogte van het bedrag. De belasting wordt geheven door in te loggen op een centrale computer via een GSM, het kopen van een parkeerticket of een parkeervergunning.
Planning- en controlcyclus
De jaarlijks terugkerende werkzaamheden die samenhangen met het opstellen, bespreken, bewaken, bijstellen en verifiëren van budgetten.
Prestatie-indicator
Kwantitatieve en kwalitatieve gegevens die inzicht geven in de resultaten van het gevoerde beleid van de gemeente.
Programma
Is een samenhangende verzameling van activiteiten en geldmiddelen gericht op het bereiken van vooraf bepaalde maatschappelijke effecten.
Programmabegroting
Dit is de typering voor de begroting waarin de programma's centraal staan. Een gemeente is vrij in de keuze van de programma's en het aantal.
R.
Reserve
Bedrag dat is gereserveerd voor toekomstige uitgaven, zonder dat de aard en de omvang van deze uitgaven al bekend zijn. Reserves worden onderverdeeld in algemene reserves en reserves met een specifieke bestemming (bestemmingsreserves).
Restrisico
De inschatting van het risico met medeneming van de effecten van beheersmaatregelen. Risico dat overblijft na risicobeheersing. (netto risico)
Risico
Gebeurtenis die zich al dan niet kan voordoen en die kan leiden tot schade met een financieel gevolg of afwijking van een te behalen beleidsdoel.
Risicobeheersing
Zijn activiteiten (beheersmaatregelen) die de kans op het optreden van risico's dan wel de gevolgen van risico's beïnvloeden (voorkomen of reduceren)
Risico-eigenaar
De persoon of het organisatieonderdeel aan wie het risico gealloceerd is.
Risico in relatie tot weerstandsvermogen
De kans op een gebeurtenis die leidt tot een directe financiële tegenvaller van materiële betekenis, die niet is afgedekt in de begroting.
Risicokaart
De risicokaart geeft inzicht in de spreiding van de risico's naar kans en gevolg.
Risicomanagement
Het geheel aan activiteiten en maatregelen gericht op het expliciet en systematisch omgaan met en beheersen van risico's.
Risicoparagraaf
Is een door het college verstrekt overzicht van alle bekende risico's tot het moment van aanbieden van de begroting.
Risicoprofiel
Overzicht van het geheel aan risico's van het betreffende proces, project, programma of beleidstraject.
Risicoscore
Per risico te bepalen score op basis van kans op voorkomen en gevolg.
Roerende zaakbelasting
Betreft een belasting voor het in eigendom van roerende zaken, zoals woonboten in de gemeente Arnhem.
De grondslag van de belasting is een percentage van de RZB- waarde. De belasting wordt via een aanslag opgelegd aan iedereen die op 1 januari van het belastingjaar eigenaar of gebruiker is van de roerende zaak.
S.
Solvabiliteit
Is de verhouding tussen het eigen vermogen en het totale vermogen.
Solvabiliteitsratio
Dit kengetal geeft inzicht in de mate waarin de gemeente in staat is aan haar financiële verplichtingen te voldoen. Indien er sprake is van een forse schuld én veel eigen vermogen (het totaal van de algemene en de bestemmingsreserves), hoeft een hoge schuld geen probleem te zijn voor de financiële positie. Hoe hoger de solvabiliteitsratio, hoe groter de weerbaarheid van de gemeente. De mate van weerbaarheid geeft in combinatie met de andere kengetallen een indicatie over de financiële positie van een gemeente.
Stelpost
Schatting van uitgaven, opgenomen in de begroting terwijl de werkelijke kosten nog niet exact bepaald kunnen worden.
Structurele exploitatieruimte
Voor de beoordeling van de financiële positie is het ook van belang te kijken naar de structurele baten en structurele lasten. Structurele baten zijn bijvoorbeeld de algemene uitkering uit het gemeentefonds en de opbrengsten uit de onroerende zaakbelasting OZB. Dit kengetal geeft aan hoe groot de structurele exploitatieruimte is, doordat wordt gekeken naar de structurele baten en structurele lasten en deze worden vergeleken met de totale baten. Een positief percentage betekent dat de structurele baten toereikend zijn om de structurele lasten (waaronder de rente en aflossing van een lening) te dekken.
T.
Taakmutatie
Extra geld uit het gemeentefonds voor de uitvoering van nieuwe en/of bestaande taken.
Taakveld
Eenheid waarin de programma's zijn onderverdeeld.
Trap-op-trap-af systematiek/ accresmethode
Om het totaal beschikbare bedrag te bepalen dat aan de gemeenten wordt uitgekeerd, gebruikt het Rijk de accresmethode, ook wel de 'trap-op-trap-af systematiek' genoemd. Het accress is gekoppeld aan de ontwikkeling van rijksuitgaven (niet van alle uitgaven). Stijgen de uitgaven dan stijgt het accres, dalen de uitgaven dan daalt het accress.
Treasury
Is het geheel van activiteiten in verband met het beheren van de geldstromen.
V.
Verbonden partij
Is een partij waarmee de gemeente een bestuurlijke relatie onderhoudt en waarin zij een financieel belang heeft.
Voorziening
Dit is een reservering (geoormerkte gelden) met als doel het bedrag aan te wenden in de toekomst waar de voorziening oorspronkelijk voor is gecreëerd.
W.
Weerstandsfactor
Beschikbare weerstandscapaciteit : Benodigde weerstandscapaciteit. Bij een lagere factor dan 1 is aanzuivering van de algemene reserve vereist. Indien de factor uitkomt boven de 1,4 dan kunnen reserves worden aangewend voor nieuw beleid.
Weerstandsvermogen
Het weerstandsvermogen is de mate waarin de gemeente in staat is om de gevolgen van risico's op te vangen, zonder dat het beleid of de uitvoering daarvan in gevaar komt. Het weerstandsvermogen is de verhouding (ratio) tussen de beschikbare weerstandscapaciteit en de benodigde weerstandscapaciteit.
Z.
Zekerheidspercentage
Voor het bepalen van het benodigde weerstandsvermogen moet met behulp van de risicosimulatie een keuze worden gemaakt met welke mate van zekerheid de geïdentificeerde risico's worden afgedekt. We noemen dit ook wel het zekerheidspercentage.