Een ongedeelde stad
Arnhem kent van oudsher ongelijkheid tussen wijken. De afgelopen decennia is er sluimerend een tweedeling ontstaan tussen wijken waar het goed gaat en wijken waar het minder goed gaat. Het landelijke woonbeleid dat de afgelopen decennia is gevoerd, heeft daaraan een grote bijdrage geleverd. Door dit woonbeleid werd sociale huur steeds meer alleen voor mensen met allerlaagste inkomens en voor bepaalde wijken, terwijl andere wijken juist steeds meer koopwoningen kregen die alleen nog te betalen werden voor mensen met de hoogste inkomens. Hierdoor zijn grotere concentraties ontstaan van mensen in een kwetsbare positie die bij elkaar wonen. Naast een woonkloof, zien we ook op andere vlakken – denk aan onder¬wijs en (jeugd)zorg – de ongelijkheid toenemen. |
---|