Paragrafen

Risicomanagement en weerstandsvermogen

In deze paragraaf gaan we in op de financiële positie van de gemeente Arnhem. Deze paragraaf start met een korte uitleg over de financiële positie van de gemeente en een samenvatting van de belangrijkste punten. Aansluitend volgt een uitvoeriger toelichting op:

  • de uitkomsten van de financiële kengetallen;
  • de uitgangspunten voor beleid;
  • het risicoprofiel en het beschikbare weerstandsvermogen;
  • de belangrijkste risico's.  

Om op een eenvoudige manier uit te leggen hoe de gemeente naar haar financiële positie kijkt, gebruiken we de metafoor van een privépersoon, die naar de eigen financiële positie kijkt: Zijn mijn inkomsten en uitgaven de komende jaren naar verwachting in evenwicht? Zal ik mijn spaargeld aanspreken of kan ik extra sparen? Heb ik in de toekomst wat extra middelen achter de hand als mijn wasmachine kapot gaat? Als een privépersoon een goed en zeker inkomen heeft om zijn huur of hypotheek te betalen, verder geen grote schulden heeft en ook nog over een spaarsaldo beschikt, is de conclusie dat de eigen financiële positie robuust en solide is.
Zo is het ook bij gemeenten. Is het gemeentelijk huishoudboekje de komende jaren in evenwicht? Of zijn er mogelijk overschotten of tekorten? Heeft de gemeente een redelijk goed gevulde ‘bankrekening’ (algemene reserve) en hoe zit het met de schulden van de gemeente? Zijn er buffers voor risico’s, zodat de gemeentelijke dienstverlening ook als risico’s optreden niet meteen hoeft te stagneren?   
Door in samenhang te kijken naar de verschillende onderdelen van de financiële positie kunnen we beoordelen hoe robuust de financiële positie van een gemeente is. Dat is waar we in deze paragraaf bij stilstaan.  

Bij de voorbereiding van de Begroting 2025 en de financiële prognoses voor 2026 tot en met 2028 heeft de gemeente te maken met onzekerheden, bezuinigingen vanuit Den Haag op gemeenten, de sterk oplopende kosten voor de jeugdzorg en toenemende loon- en prijsontwikkeling. De gemeente is in belangrijke mate afhankelijk van de inkomsten van het Rijk.  
Bij de voorbereiding van de Begroting sluiten we aan bij de meest recente informatie die het Rijk de gemeenten geeft over de algemene en specifieke uitkeringen. Hoewel het Rijk gemeenten deels tegemoet is gekomen in het 'ravijn' van 2026 door bijvoorbeeld de opschalingskorting te schrappen, worden gemeenten nog steeds onvoldoende gecompenseerd voor de kostenstijgingen waar ze mee te maken krijgen.
Het Rijk stelt de hoogte van de uitkeringen die gemeenten krijgen regelmatig bij. Dit leidt tot schommelingen in onze inkomsten als gemeente. Bij het inschatten van de risico’s wordt hier rekening mee gehouden.  

  1. De robuustheid van de begroting:

In de afgelopen begrotingen kampten we met grote onzekerheden in het financieel beeld. Voor een groot deel is de onzekerheid afgenomen en zijn tegenvallers in de begroting verwerkt. Om toch te komen tot een structureel sluitende begroting zijn in de Perspectiefnota diverse concrete besparingen opgenomen. Daarnaast zijn ook de inkomsten en uitgaven voor Spoorzone Arnhem Oost in deze begroting verwerkt. In alle jaren is ondanks het opnemen van de diverse tegenvallers, zoals de ontwikkeling van de zorgkosten, sprake van een structureel sluitende begroting. Hiermee is sprake van een robuuste begroting.

  1. De mate van robuustheid van de buffers om risico's op te vangen:

Het risicoprofiel (de benodigde weerstandscapaciteit) is opnieuw geactualiseerd. Het risicoprofiel is bij deze begroting met € 5,8 miljoen toegenomen ten opzichte van het jaarverslag 2023 en bedraagt nu € 73,7 miljoen. De belangrijkste wijzigingen in het profiel ten opzichte van het profiel van het jaarverslag 2023 worden later in deze paragraaf toegelicht.  

  1. De weerstandsfactor is ten opzichte van de Begroting 2024 gestegen van 1,0 naar 1,2 in 2025.  De belangrijkste oorzaken hiervan zijn dat het risicoprofiel van de gebiedsvisie Arnhem Spoorzone-Oost is gestegen en ook het gemeentebrede risicoprofiel is toegenomen. Dit laatste vooral veroorzaakt doordat het risico rondom Zorg/Jeugdzorg groter is geworden. De beschikbare weerstandscapaciteit neemt in 2026 af, door de incidentele inzet van middelen uit de algemene reserve. In 2026 daalt daardoor de weerstandsfactor naar 1,1, waarna deze in 2027 en 2028 weer toeneemt tot 1,2.
  1. De mate van robuustheid van de balans:

Door het opnemen van de Spoorzone Arnhem Oost in deze begroting, nemen de schulden toe. De schuldquote blijft nog echter ruim onder de 90%. Er wordt in deze begroting ook niet ingeteerd op het eigen vermogen om tot een sluitende begroting te komen. Daardoor blijft ook de solvabiliteit ruim boven de 20%.

In de financiële verordening zijn afspraken gemaakt over de financiën van de gemeente Arnhem die invloed kunnen hebben op onderdelen van de financiële robuustheid. De ondergrens van 1,0 en de streefwaarde van 1,4 bij de weerstandsfactor blijven hetzelfde. Daarnaast is een streefwaarde opgenomen voor de solvabiliteit van 14%, met 10% als ondergrens. De financiële positie van Arnhem kan op de korte termijn als robuust beschouwd worden.

Deze pagina is gebouwd op 10/22/2024 14:08:04 met de export van 10/08/2024 14:50:32