Paragrafen

Risicomanagement en weerstandsvermogen

In onderstaande afbeelding worden de gegevens van het gemeentebrede risicoprofiel samengevat weergegeven:

Hieronder worden de belangrijke gemeentebrede risico’s (met hoogste invloed% en risicoscore) toegelicht, die samen ongeveer 70% uitmaken van de totale omvang van de benodigde weerstandscapaciteit van € 35,3 miljoen voor het risicoprofiel.
Er wordt een onderverdeling gemaakt van de belangrijke risico's per programma en portefeuilleonderdeel:

Risicogebeurtenis

Kans

Geld

Geld (Max)

Risico score

Invloed (%)

Gewijzigd t.o.v. Jaarrekening 2023

Bedrijfsvoering

De begroting van de BVO De Connectie kent een aantal onzekerheden dat een risico vormt:
-Grote projecten zoals de investeringen in de ICT infrastructuur, informatieveiligheid en privacy leiden mogelijk tot meerkosten (maximaal financieel gevolg € 300.000);
-Frictie: risico op frictiekosten als gevolg van: boventalligheid; wegvallen dienstverlening aan De Connectie; afbouw formatie door harmonisering. (maximaal financieel gevolg € 350.000);
-In de begroting van de Connectie worden een aantal significante risico’s beschreven. Omdat de Connectie niet over eigen weerstandscapaciteit beschikt, worden deze risico’s meegenomen in het weerstandsvermogen van de gemeente (€ 3,2 mln).);
-Het risico bestaat dat als de kwaliteit van de uitvoering daalt, dit onvoldoende tijdig wordt gesignaleerd met mogelijke financiële consequenties (meerkosten als gevolg van maat- en meerwerk) tot gevolg.

Automatisering

Het risico op phishingmails, ransomware, gehackt worden en datalekken bij het verstrekken van gegevens. Naast financiële schade is er kans op imago schade. Op basis van ervaringen en bijbehorende impact bij andere organisaties is het opgenomen risicobedrag verhoogd.

Mobiliteit ontwikkeling

Er bestaat het risico van nieuwe OV concessie door de Provincie. Vraag is of de Provincie wil meegaan in het in stand houden van Arnhem Trolleystad. Het gaat hier om de OV concessie periode 2026-2036. Kans is erg klein maar mogelijk zou Arnhem met kosten van afbouw trolleynet te maken kunnen krijgen. De kosten van afbouw trolleynet kunnen oplopen tot 10 miljoen. Naar verwachting zal het bestek voor de nieuwe OV concessie in de zomer van 2025 op de markt gezet worden. Wanneer in dat bestek staat dat de trolley gecontinueerd moet worden kan dit risico komen te vervallen. De gemeente Arnhem zal bij de provincie pleiten voor continuering.

- Op dit moment krijgt de gemeente Arnhem een jaarlijkse vergoeding voor de trolley gerelateerde kosten binnen de huidige OV-concessie afspraken. Het aanbesteden van de nieuwe OV-concessie is uitgesteld tot 2024. Voor de periode 2022-december 2024 en december 2024-juni 2026 werkt de provincie met een noodconcessie. De jaarlijkse vergoeding van € 1,5 miljoen van de provincie is tijdens de noodconcessies gecontinueerd. Voor de nieuwe concessieperiode vanaf juni 2026 zullen nieuwe afspraken gemaakt worden met de provincie.
- Bij herziening van de (financiële) afspraken blijven mogelijk onvoldoende middelen over om de beheertaken goed uit te kunnen blijven voeren. Daarnaast worden kansen om met het trolleynetwerk bij te dragen aan het (deels) oplossen van de netcongestieproblematiek moeilijk te verzilveren.

Werk en Inkomen

Op BUIG geldt, middels de vangnetregeling, een maximaal eigen risico van 10% (gekoppeld aan de hoogte van het budget). Het maximaal eigen risico bedraagt op basis van het voorlopige BUIG € 11,5 mln. Op basis van de begrotingssystematiek BUIG van Arnhem wordt voorgesteld in de exploitatie rekening te houden met een tekort van € 6,8 mln. Het verschil tussen het maximale eigen risico en het tekort in de begroting a € 4,7 mln. is opgenomen.

Het re-integratiebudget staat onder druk. De participatiemiddelen zijn onder andere nodig om de ambitie in de begroting op het gebied van werk te realiseren. Onder andere vanwege rijks ontwikkelingen bestaat het risico dat niet op het juiste moment geld beschikbaar is om in te zetten:
We zijn bezig met een intensivering op beschut werk, maar gaan het aantal volgens de behoefteraming van het rijk (218 beschutte werkplekken) voorlopig niet halen. Op basis van deze behoefteraming 2024 bedraagt het maximale financiële risico circa € 1,7 miljoen. Vanaf 2023 hebben we hier (deels) middelen voor gereserveerd. We lopen financieel risico als het rijk besluit de financiering van beschut werk aan te passen.
- Om de doelstellingen rondom de banenafspraak te halen zal het aantal mensen dat in aanmerking komt voor de banenafspraak de komende jaren toenemen. Het risico is dat ook hiervoor geen ruimte is in het re-integratiebudget. De omvang van het dekkingstekort bij basisbanen is vergelijkbaar met beschut werk. Op dit moment is hiervoor nog geen financiële vertaling gemaakt.
- Door de op 1 januari 2020 in werking getreden Wet Arbeidsmarkt in balans (WAB) bestaat de kans dat de financiële ruimte voor de grote opgave van de verschillende doelgroepen uit de participatiewet steeds kleiner wordt.
- Er zijn landelijk ideeën over het toewerken naar een regionaal sociaal werkbedrijf. Dit kan effect hebben op Scalabor en de roep om invloed vanuit de regio kan dan groter worden.
- De vertaling van HUG naar inzicht in kans op werk en het traject wat daarbij hoort ontbreekt nog. Door monitoring komt steeds meer zicht op nieuwe instroom. Inmiddels is 2/3e deel van het totale bestand in beeld. Het risico op het maken van een goede prognose van zowel kosten als resultaat (op uitstroom) blijft echter lastig.
- Het begrote budget voor re integratie in 2025 is € 9,6 miljoen. Dat maakt het risico 18% van het totale begrote budget.

Jeugd / Jeugdzorg, Zorg

In de kostenprognose Jeugdzorg die is afgegeven voor de Perspectiefnota 2025, wordt uitgegaan van een einde aan de groei die we met name vanaf de tweede helft van 2022 zien. De vraag is of dit scenario realistisch is, of dat sprake zal zijn van een nog blijvende stijging. Naast het feit dat er sprake is van een lichte groei in het aantal kinderen dat een beroep doet op de jeugdzorg, zien we in de afgelopen anderhalf jaar dat per jongere gemiddeld intensievere, zwaardere zorgtrajecten worden ingezet. Tevens komt het verzilveringspercentage van de toegewezen jeugdzorg op een structureel hoger niveau uit dan in voorgaande jaren.
Binnen de Wmo stijgt door toenemende vergrijzing de vraag naar zorg. Hierdoor ontstaan mogelijk capaciteitsproblemen en financiële tekorten. Dit speelt bij zorgvormen als woningaanpassingen en hulpmiddelen, huishoudelijke hulp, vervoer en groepsbegeleiding. De gevolgen van vergrijzing zijn nu al merkbaar. Op dit moment worden de financiële effecten van vergrijzing nog gedempt door personeelstekorten in de uitvoering. Ook hier zit een risico op kostenstijging in: het kan zijn dat de gemeente hierdoor aanvullende maatregelen moet nemen die kosten met zich meebrengen. Ook bestaat los van de vergrijzingsproblematiek het risico dat het volume van zorg toeneemt.
Een ander element dat bijdraagt aan het risico is het feit dat bij het opstellen van de Perspectiefnota 2025 weliswaar realistisch maar zeer strak is begroot binnen zorg. Daarnaast is de bestemmingsreserve Wmo en jeugdzorg nagenoeg geheel bestemd. Hierdoor kunnen eventuele tegenvallers niet worden opgevangen binnen bestaande middelen.

Gemeenten zijn op basis van landelijke regelgeving verplicht reële tarieven voor wmo- en jeugdzorgvoorzieningen te hanteren. Op het moment vinden er in het zorgveld diverse CAO-verhogingen van personeelssalarissen plaats met een doorwerking naar tarieven. Daarnaast moeten we 'concurreren' met zorgaanbod dat wordt geleverd uit andere wetten en vergoedingen die daarin worden gehanteerd (o.a. Wet Langdurige Zorg), en is er sprake van personeelstekorten waardoor salarissen in de zorg extra kunnen stijgen. Deze ontwikkelingen en factoren kunnen ertoe leiden dat we de zorgtarieven moeten verhogen, hoger dan waar in de begroting rekening mee is gehouden (o.a. via de jaarlijkse indexering).

In de Perspectiefnota 2025 is een aantal bezuinigingsmaatregelen opgenomen. Het risico bestaat dat de ingeboekte besparingen niet of deels worden gerealiseerd.

Jeugd / Jeugdzorg

Het Rijk heeft in het kader van landelijk gemaakte afspraken over de Hervormingsagenda Jeugdzorg voor de komende jaren kortingen ingeboekt op het budget dat gemeenten voor jeugdzorg ontvangen in het Gemeentefonds. Een heel specifieke korting betreft het bedrag van € 511 miljoen dat het Rijk in 2025 in het Gemeentefonds heeft ingeboekt als uitvloeisel van het landelijk coalitie-akkoord Rutte IV. De afspraak die hierover met de VNG is gemaakt dat deze korting niet ten koste zou gaan van gemeenten omdat hiertegenover landelijke aanpassingen in de Jeugdwet zouden staan. Onlangs heeft het demissionair kabinet Rutte IV hiervoor voorstellen gedaan, maar onduidelijk is nog of deze voorstellen door het parlement of door het nieuw te vormen kabinet worden overgenomen en of deze voldoende zijn om deze korting te compenseren. In het algemeen geldt de vraag of de door het Rijk ingeboekte bezuinigingen op het landelijk budget Jeugdzorg realistisch van aard zijn, zowel macro gezien als op het individuele niveau van de gemeente.

Asielzaken

De oorlog in Oekraïne heeft geleid tot een grote vluchtelingenstroom, ook in Nederland. In Arnhem worden tot nu toe ruim 700 vluchtelingen opgevangen door de gemeente op cruiseschepen en in noodopvang in een voormalige school en tijdelijke woonunits. Daarnaast bieden particulieren nog opvang aan ca. 200 mensen in Arnhem. Het rijk stelt tijdelijk een normbedrag beschikbaar ter dekking van de dagelijkse kosten die de gemeente maakt i.v.m. de opvang. Dit bedrag was € 83 per opvangplek per dag, vanaf 2024 is dit € 61 per opvangplek per dag. Het risico bestaat dat de opvang langer duurt of de gemeentelijke kosten hoger zijn dan waarin de tijdelijke regeling voorziet. Het rijk heeft wel aangegeven dat gemeenten de werkelijke kosten vergoed krijgen als in betekenende mate afgeweken wordt van het normbedrag. Daarnaast bestaat het risico dat al aangegane verplichtingen niet vergoed worden na aflopen van de regeling.
De meer indirecte gevolgen van de oorlog, zoals het macro-economisch effect en lange termijn effecten van de vluchtelingenstroom binnen Europa zijn niet nader gekwantificeerd.

Welzijn

In de lopende Begroting 2024 zijn een aantal welzijnssubsidies/subsidies sociale basis of onderdelen daarvan aan betrokken subsidiepartijen incidenteel gedekt en is deze incidentele dekking met ingang van 2025 niet meer beschikbaar. Het gaat hier om een totaalbedrag liggend tussen € 1,5 a € 2 miljoen, dat moet worden afgebouwd. Er ligt hier een relatie met de opgave transformatie welzijn. Het risico bestaat dat deze afbouw niet tijdig lukt, onder andere als gevolg van de relatie met deze opgave en als gevolg van bestuurlijke zorgvuldigheid die hierin betracht dient te worden.

Wonen

Het onderzoek dat is uitgevoerd naar alle lekkages op AC heeft veel gebreken opgeleverd. Er zijn verregaande herstelmaatregelen noodzakelijk en die zijn ook gedeeltelijk uitgevoerd. Het 'slechts' treffen van beheer(s)maatregelen is niet afdoende en kan op de lange termijn naar verwachting ook teveel schade toebrengen aan de levensduur en kwaliteit van het beton. De huidige herstelwerkzaamheden worden nu gemonitord.
Aannemer is intussen gedagvaard. Een 'overzichtelijke' lekkage in de fietsenstalling is voor rekening van de gemeente grotendeels verholpen. Daarnaast lijken ook herstelmaatregelen noodzakelijk te zijn in het gebied wat wordt toegerekend aan de openbare ruimte (kantorenplein) en daarmee ook onder de verantwoordelijkheid van de gemeente ondanks dat ProRail en NS-stations ook nadrukkelijk partij zijn in het verhelpen van de lekkages.

Op 16 december 2020 is het facetbestemmingsplan woningsplitsing en verkamering onherroepelijk geworden. Dit bestemmingsplan beperkt de bouw- en gebruiksmogelijkheden van eigenaren. Hierdoor bestaat er een risico op planschadeclaims van eigenaren en andere rechthebbenden. Het verzoek om planschade kan tot vijf jaar na het onherroepelijk worden van het bestemmingsplan worden ingediend (tot eind 2025). Het risico op planschadeclaims is aan de orde voor het gebied (Spijkerkwartier e.o) waarvoor per juli 2019 een Voorbereidingsbesluit gold. Omdat voor de rest van de stad geldt dat het college tijdig kenbaar maakte dat een facetbestemmingsplan in voorbereiding was, konden eigenaren anticiperen op het nieuwe beleid, en is het risico voor het grootste deel van de stad gemitigeerd.

Openbare ruimte

In het najaar 2023 is een Europese aanbesteding geweest voor het dagelijks onderhoud in ons stadsdeel Centrum, Spijkerbuurt en Arnhems Broek (CSA) voor het jaar 2024 (zie ook raadsbrief Het dagelijks onderhoud in stadsdeel Centrum, Spijkerbuurt en Arnhems Broek van 16 januari 2024). Voor een deel van dit dagelijks onderhoud is de Europese aanbesteding mislukt, doordat de inschrijvingen resulteerden in een forse overschrijding van het begrote budget. De (minimaal) verwachte overschrijding wordt geraamd op € 2,5 miljoen vanaf 2025. Om deze verwachte hogere kosten het hoofd te kunnen bieden, wordt voorgesteld om hiermee in de jaren 2025 en 2026 in de begroting nog rekening te houden, maar intussen alternatieve manieren van uitvoering te onderzoeken en voor te bereiden. Invoering daarvan vanaf 2027 leidt mogelijk tot een daling van het kostenniveau. In het risicoprofiel nemen we een risico op voor het geval dit niet (volledig) leidt tot de verwachte verlaging van de kosten.

Deze pagina is gebouwd op 11/19/2024 08:50:53 met de export van 11/19/2024 08:33:13